Met handen en voeten

Trots laat ze het kaartje zien. Op de voorkant staat een groot hart. “Die kreeg ik toen ik hier in Huizen kwam wonen”, legt Nawal uit. “Een kennis vertaalde het kaartje voor mij. Het was een welkomstberichtje van Janny.”
Nawal en Janny hebben een hecht contact opgebouwd. Nawal (39) is een jaar geleden gevlucht uit Syrië. Ze heeft een man en vijf kinderen. Vijf maanden geleden kreeg Nawal met haar gezin een huis toegewezen in Janny”s woonplaats. Via Gave hebben zij elkaar gevonden. Janny vertelt: “Ik had me opgegeven als vrijwilliger en kreeg zo de adresgegevens van Nawal toen zij in Huizen kwam wonen. De welkomstkaart die ik haar stuurde, heeft ze altijd in haar tas. Regelmatig laat ze het aan mensen zien. Ik vind het heel bijzonder dat zoiets kleins zoveel kan betekenen.”
Een Nederlandse christenvrouw en een moslima uit Syrië. Twee totaal verschillende achtergronden; toch voelen zij zich verbonden. Vandaag kan Nawal via de tolk eindelijk precies duidelijk maken wat Janny voor haar betekent. “Ik beschouw je als een zus, een vriendin en een moeder.” Janny knikt instemmend. “Dat geldt voor mij ook. Jij voelt als familie voor mij.”
“We hebben een klik met elkaar, daar zijn geen woorden voor nodig.”
Nawal: “Elke week spreken we af. We zitten samen, drinken thee en Janny leert mij Nederlands. Dat vind ik heel belangrijk. Contact met Nederlanders is moeilijk voor mij omdat ik de taal nog niet goed spreek.” Janny beaamt dat de taal soms een probleem is. “Ik weet nooit helemaal zeker of Nawal me goed begrijpt. Dat is soms lastig, maar met handen en voeten komen we een heel eind.”
Niet alleen de taalbarrière zorgt soms voor verwarring. Ook de cultuur is anders. Janny: “In Nederland is een afspraak een afspraak, dat gaat in Syrië anders. Vandaag had ik om tien uur afgesproken maar Nawal lag nog in bed toen ik kwam.” Nawal grapt: “Wij werken overdag ook heel hard, staan uren in de keuken. Jullie eten tussen de middag een boterham.”
Het contact tussen de vrouwen gaat dieper dan de taal en cultuurverschillen. Nawal: “Als we samen eten, maak ik wat Janny lekker vindt. Andersom doet ze dat ook voor mij. Dat doet me goed, daaruit merk ik haar liefde voor mij. Natuurlijk zijn er dingen anders, zoals het tijdstip van opstaan, maar daar gaat het uiteindelijk niet om.” Janny vult aan: “We hebben een klik met elkaar. Dat voelen we allebei, daar zijn geen woorden voor nodig. Ik ben heel blij dat ik haar heb leren kennen. En ik hoop dat ik in ons contact iets van de liefde en ontferming van Jezus mag uitstralen. Gewoon door er voor haar te zijn.”