Jongerenwerker Marieke Schouten

Verbinden en inspireren. Die woorden lopen als een rode draad door het leven van Marieke Schouten. Na een moeizame zoektocht kwam Marieke bij Gave terecht. En daar is ze helemaal op haar plek. Als jongerenwerker is ze elke dag bezig met dat wat ze het liefste doet: jongeren met elkaar verbinden en vrijwilligers inspireren.
“Ik studeerde Godsdienst Pastoraal Werk in Ede. Tijdens mijn afstuderen, was ik enorm aan het zoeken. Wat wil God met mijn leven? Ik heb veel ervoor gebeden, maar er kwam geen duidelijkheid. Alleen deze Bijbeltekst kwam steeds terug: ‘Mijn huis zal een huis van gebed zijn voor vele volken.’ Ik snapte die tekst toen niet. Nu pas ontdek ik hoe deze tekst op mijn leven ligt.”
Hoe kwam je bij Gave terecht?
“Ik had de gewoonte om elk jaar een week in de zomer vrijwilligerswerk te doen, steeds voor een andere organisatie. Precies nadat ik afstudeerde was Gave aan de beurt. Ik werd ingedeeld bij de oudere jongeren, ik was jonger dan de oudste deelnemer. Dat vond ik wel spannend, maar ik had een geweldige week. Ik genoot enorm van de gezelligheid, maar vooral ook van de diepgang. Oudere jongeren kunnen mooie getuigenissen geven over wie God is in hun leven. Dat maakte indruk, maar het kwam niet in me op om bij Gave te gaan werken. Ik wilde uitgezonden worden naar het buitenland. Daar ben ik lang mee bezig geweest, tot een oud-studiegenoot tegen mij zei: ‘Zou jongerenwerker bij Gave niet iets voor je zijn?’ Dat is ook een uitzending, maar dan in Nederland.’ Ze had gelijk. Gods wereld is ook hier.”
En nu werk je bij Gave, wat vind je zo mooi aan die organisatie?
“Ik hou van de mensen, het is een heel warme organisatie. We bemoedigen en inspireren elkaar, ik geniet enorm van de gebedsmomenten die we hebben. Maar het belangrijkst is wel de visie die Gave heeft. Gave wil kerken inspireren, maar ze hebben ook oog voor de nood van de vluchtelingen in ons land. Ik vind het prachtig dat ik bij Gave mag opereren in Gods missie voor de wereld.”
Je bent jongerenwerker, hoe ziet jouw werkweek eruit?
“Mijn werk draait om relatie. Ik probeer met zoveel mogelijk vluchtelingenjongeren af te spreken, dat vind ik mooi om te doen. Maar ik heb vooral een toerustende rol. Ik begeleid bijvoorbeeld de stuurgroep van Connect Us in Veenendaal en Barneveld. Bij de azc’s zijn veel jongerenclubs, soms opgericht door Gave, maar vaak ook door de kerken zelf. De lijntjes met die vrijwilligers wil ik aanhalen, zodat ik weet wat er speelt en zij mij kunnen vinden als ze advies nodig hebben. Ik praat veel met hen over visie, over het hoe en waarom van ons werk.”
Wat raakt je het meest in vluchtelingen?
“Tijdens een kamp liepen we op een avond door het bos, in het donker, door het mulle zand. We hadden best lol. Maar ineens hoor ik een Eritrese jongere zeggen: ‘Het lijkt wel het zand van de Sahara.’ Dan weet je direct: deze jongen is lopend de Sahara overgestoken en daarna de Middellandse zee. Hij is misschien wel in handen geweest van mensensmokkelaars. Het treft me steeds weer, dat deze jongeren zo’n ander leven achter de rug hebben dan ik. Dat besef is continu bij me. Dan kun je toch niet rustig op de bank blijven zitten? Natuurlijk doe ik dat wel eens, maar er is zoveel meer in de wereld. Het werken met vluchtelingen opent mij daarvoor de ogen. Ik wil heel graag ook bij andere mensen de ogen daarvoor openen.”
Je leeft van een achterban, hoe is dat voor je?
“Als je kiest voor de studie Godsdienst Pastoraal Werk, dan weet je van tevoren dat je daar niet rijk van gaat worden. Ze zeggen wel eens gekscherend dat het een opleiding is tot vrijwilliger. Naast mijn werk voor Gave had ik gelukkig een baantje. Dat viel weg door corona, terwijl mijn achterban nog niet op niveau was. Dat was toch wel even slikken. Een week lang heeft mijn Achterbancommissie actiegevoerd om het bedrag omhoog te krijgen. Dat lukte wel, maar niet genoeg. Ik ben toen maar in een magazijn gaan werken. Maar na anderhalve maand zag ik een vacature voor diaconaal werker in Amerongen in de woongroep Bethanië, waar ook de diaconessen leven. Op de dag dat ik daar werd aangenomen, vroeg Gave mij of ik tijdelijk twee dagen meer wilde werken, omdat door een versoepeling van de coronaregels toch kampen georganiseerd konden worden. Zo wonderlijk allemaal. Ik zit nog niet aan mijn streefsalaris, maar ik maak ook niet veel kosten, ik woon in een gedeeld huis en ben single. Mijn enige dure wens is een autootje. Het OV is wel beter voor het milieu, maar het kost enorm veel tijd. Rond de jaarwisseling kreeg ik veel extra giften, die wil ik daarvoor gebruiken.”
Hoe reageert je eigen kerkelijke achterban op je werk?
“Ook voor de mensen om mij heen wil ik een inspirator zijn. In de reformatorische wereld waaruit ik afkomstig ben, snapt niet iedereen dat ik dit doe. Zending is echt het kiezelsteentje in mijn schoen, het schuurt bij mijzelf, maar ook bij anderen. Ik vind het wel eens moeilijk dat ik niet altijd kan levelen met hen. Ik kan wakker liggen van de gebrokenheid en de leegte die er is in de wereld, maar het lijkt soms wel alsof ik in mijn omgeving de enige ben die daar last van heeft. Aan de andere kant hoef ik natuurlijk ook niet te verwachten dat elke christen er op dezelfde manier instaat. God geeft aan iedereen weer een andere taak. Maar dit is wel een worsteling voor me.”
Wat is je verlangen voor vluchtelingen?
“De meeste vluchtelingen geloven in God. Maar ik geloof ook dat Jezus de weg, de waarheid en het leven is. Mijn verlangen is dat ze Jezus leren kennen, maar ook dat ze hun leven leren leiden. Bij Connect Us werken we aan integratie en cultuuroverdracht. Dat gaat twee kanten op. We verwachten van de Nederlandse jongeren dat ze gastvrij zijn en een open houding hebben, maar we willen ook dat de vluchtelingjongeren tot bloei komen. Dat ze niet aan de kant blijven staan, maar zich gaan inzetten voor de maatschappij.”