Vluchtelingen Ter Apel wachten langdurig op opvang

Het kan niemand in Nederland zijn ontgaan: de schrijnende beelden van de opvang van vluchtelingen in Ter Apel. Of eigenlijk het gebrek aan opvang. Honderden ontheemden wachtten afgelopen zomer dagelijks buiten de poorten van het landelijke aanmeldcentrum op onderdak, eten en medische verzorging. Maar het meest van alles op een adequaat handelen van de overheid. Eind augustus besluiten kerken in de regio in actie te komen. De Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt in Leek bood drie weken lang onderdak aan veertig vluchtelingen.
“Toen ik met een ouderling en diaken op zaterdagmiddag naar het spoedoverleg ging dat INLIA* organiseerde, vroeg ik me oprecht af: wat kunnen wij daar nou concreet aan doen?”, bekent dominee Tom Waalewijn van de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt in Leek.
Zijn gemeente is ruim zeventig kilometer verwijderd van het aanmeldcentrum in Ter Apel. “Er sliepen op dat moment inmiddels zevenhonderd vluchtelingen buiten als gevolg van het beleid van de overheid en het COA. De mensen zaten onder de schurft en er was geweld. Het was gewoon een bende, een gênante vertoning”, klinkt het verontwaardigd.
Bedden tellen
Als tijdens het overleg de concrete vraag wordt gesteld wat de kerken kunnen doen, gebeurt er iets bij de predikant. “Ik begon ineens in mijn hoofd te tellen hoeveel bedden er in ons kerkgebouw zouden passen. Vervolgens tikte ik de ouderling naast mij aan en hij bleek precies hetzelfde te denken, ” blikt Waalewijn terug op dat beslissende moment. “We kunnen als kerken toch niet wegkijken als er iemand in de greppel ligt?”, vraagt hij retorisch.
Ze laten er geen gras over groeien en gaan onmiddellijk over tot actie. Onderweg naar huis bellen ze vanuit de auto een aantal mensen van de kerk op om een taakgroep te vormen. “Diezelfde avond zaten we bij elkaar. Natuurlijk hadden we ook onze vragen: wie zijn het, wat moeten we daarmee en moeten we dat wel willen? Zitten de vluchtelingen onze gemeenteleden dan niet in de weg op zondag in de kerk?”
Wat zou Jezus doen?
Ondanks al deze vragen, besluiten ze toch ervoor te gaan. “Want de allerbelangrijkste vraag was: vinden we het normaal dat mensen, die recht hebben op een goed asielproces, buiten moeten slapen? Wat zou Jezus hebben gedaan? Dan komt Mattheüs 25 in mijn gedachten: ‘Wat je aan de minste van Mijn broeders hebt gedaan, dat heb je Mij gedaan’. En dan is er ook de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan. Maar welke vragen je ook hebt; je moet gewoon hulp bieden.”
De volgende morgen delen ze hun beslissing mee in de zondagse samenkomst en doen een oproep voor vrijwilligers. “De reacties waren heel positief. Vijftig gemeenteleden meldden zich direct aan, de volgende dag waren het er al 120.”
Geen rustdag
Dezelfde avond nog komen er veertig vluchtelingen naar Leek. In allerijl richten de vrijwilligers drie bijzalen van de kerk in als slaapvertrekken. Twee andere zalen krijgen een nieuwe bestemming als eetzaal en recreatieruimte. “De gemeenteleden verzamelden beddengoed en handdoeken en kookten pannen met soep. Een rustdag kon je die zondag niet meer noemen.”
Vervolgens neemt de ‘herder’ dagelijks een kijkje bij zijn ‘schapen uit een andere stal’. “Dan zie ik ze liggen en denk: wat hebben ze meegemaakt? Hoe zijn ze in Ter Apel gekomen? Sommigen hebben alles achtergelaten en hebben nu niks meer. Anderen zijn bij het aanmeldcentrum beroofd.” Het raakt hem. “In Nederland horen we ‘gelijk’ te zijn, maar dat is niet zo. Zij zijn ‘per ongeluk’ in een ander land geboren met minder kansen. Dat grijpt me elke keer weer aan.”
Open hart
De aanwezigheid van de buitenlandse gasten beperkt zijn gemeente in de eigen activiteiten. De zalen kunnen hierdoor niet meer worden gebruikt voor bijvoorbeeld bijbelstudies en vergaderingen. “Maar we kregen uit het dorp veel steun en hulp om onze activiteiten elders te laten doorgaan.” Het is voor hem ook geen reden om het niet te doen. “Dit hoort ook bij kerk-zijn. Als christen moet je je ogen en je hart openstellen voor wie er op je pad komt.”
Overigens zijn niet alle gemeenteleden enthousiast, weet Waalewijn. “Dat wordt natuurlijk ook versterkt door het politieke debat. Er is een groep die bewust spreekt van ‘gelukszoekers’ en ‘veiligelanders’. Dat zijn harde woorden. Maar vluchtelingen zijn medemensen die op zoek zijn naar geborgenheid en veiligheid. Net als wij.”
Voorbeeld
De dominee wijst hierbij op het karakter van God. “God is Almachtig. Als Hij spreekt, kan Hij geweld gebruiken. Maar toch kiest Hij daar niet voor; Hij spreekt juist met liefde en genade. Jezus ging ook niet tegen zondaars tekeer, maar ging zitten naast degenen die het nodig hadden. Hij is er voor je. Dat is ons grote voorbeeld.”
Tekst: Anna Klappe
Foto’s: Marit Anker
* INLIA (Internationaal Netwerk van Lokale Initiatieven met Asielzoekers) in Groningen helpt asielzoekers en vluchtelingen in nood. Bij deze organisatie zijn meerdere geloofsgemeenschappen aangesloten, waaronder de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt in Leek.