Immaculee was nog maar 8 jaar toen ze haar geboorteland Congo moest verlaten. “In Congo was het oorlog. Ik vind het moeilijk om daar iets over te vertellen. Ik heb het wel gezien. De gevechten. En dat mensen werden vermoord.” Nog altijd heeft Immaculee die beelden op haar netvlies staan, vertelt ze. “Mijn vader heeft in de nacht ons allemaal meegenomen. Mijn moeder en ik en mijn zusje en broertje. Zij waren vijf en een jaar. We moesten ’s nachts lopen. Overdag verstopten we ons. Ik weet nog dat ik heel bang was. We waren allemaal bang.”
“Toen we in Burundi aankwamen wisten we niet waar we heen moesten. We vroegen het en gelukkig hielpen mensen ons. Zij vertelden ons waar het kamp was. We hebben daar eerst een jaar in een tent gewoond. Daarna mochten we een huisje bouwen.”
“Het jongerenkamp helpt me om gelukkig te worden.”
In het kamp probeerde het gezin een nieuw leven op te bouwen. “Mijn moeder kreeg nog een zoontje. Ik ging in het kamp naar school. Omdat ik goed kon leren, kreeg ik een beurs waarmee ik naar de middelbare school mocht, in de hoofdstad.” Tien jaar lang woonde het gezin in Burundi, toen hen verteld werd dat ze naar Europa mochten. “Heel veel gezinnen mochten weg naar het kamp. Sommigen gingen naar Amerika. Maar wij waren blij dat we naar Europa mochten. We wonen nu drie jaar in Nederland. Ik vind het hier fijn. Het is hier veilig. Alleen de taal is wel erg moeilijk.”
In Boxtel zocht het christelijke gezin aansluiting bij een kerk. “Een vriendin in de kerk vertelde mij over de jongerenkampen van Gave. Ze vroeg me of ik het leuk zou vinden. Maar dat wist ik natuurlijk niet, ik had geen informatie. Ik ben erheen gegaan om eens te kijken. En ik vond het leuk. Er waren verschillende activiteiten. De bijbelstudies vond ik fijn. En ik leerde veel nieuwe mensen kennen. De tweede keer ging mijn vriendin mee. Dat was ook heel leuk.”
“Ik vind contacten met andere mensen lastig. Op het kamp leer ik goed met andere mensen om te gaan.”
“Het is voor mij een grote stap om te praten met mensen die ik niet ken. Ik ben heel vriendelijk, maar niet zo sociaal. Ik vind contacten met andere mensen lastig. Op het kamp leer ik goed met andere mensen om te gaan. Ik vind het heel bijzonder omdat we tijdens dat kamp met zoveel verschillende mensen samen te leven. Daar leer ik veel van. En ik leer er ook veel over de bijbel. Het kamp helpt me om gelukkig te worden.”
Immaculee wil laborante worden. Helaas heeft ze haar middelbare school in Burundi net niet kunnen afronden. Voor ze naar de laboratoriumschool kan, moet ze in Nederland eerst VMBO afmaken. “En daarna moet ik nog vijf jaar studeren. Maar ik wil het heel graag. Ik wil graag stoffen onderzoeken en vooral ook bloedonderzoek doen.”