“Ik wilde niet naar huis toen het kamp afgelopen was,” lacht Noori. “Mijn vrienden lachten me uit. Dan blijf jij maar hier, maar wij gaan weg, zeiden ze.” Dat Noori met volle teugen genoot van het Gave-kamp is niet verwonderlijk. “Ik heb veel meegemaakt. Er is veel verdriet in mijn leven. Maar op het kamp zijn vrienden en daar groeit mijn geloof in God.”

Noori (22) komt uit Afghanistan. Na veel omzwervingen kwam hij acht jaar geleden in Nederland terecht. “Ik heb veel meegemaakt. Toen ik heel klein was werden mijn ouders gedood door de taliban. Ik ben toen met mijn tweelingbroer naar mijn opa gegaan. Ik denk dat ik ongeveer 12 was toen ik bij hem kwam. Maar hij ging ook dood.”

Er volgde een moeilijke periode waarin Noori en z’n broer van de ene plek naar de andere zwierven. “De imams maakten het ons erg lastig. Ik wilde wel blijven in Afghanistan, maar ik had geen keus. We moesten weg. We gingen naar Kabul, maar daar ben ik mijn broer kwijt geraakt. Hij ging een flesje water kopen en ik heb hem nooit meer gezien. Ik ben naar Iran gereisd. En toen naar Turkije, Griekenland, en zo kwam ik in Nederland terecht. Ik wilde eigenlijk door naar Duitsland. Maar de politie heeft me gepakt en terug naar Nederland gestuurd.”

“Ik wilde niet naar huis toen het kamp afgelopen was.”

Noori was toen een jaar of vijftien. Hij had in het azc al kennis gemaakt met het christelijk geloof. Na een aantal mislukte asielaanvragen belandde hij drie jaar later op straat. “Ik wist niet wat ik moest doen. Het was zo moeilijk. Ik sprak de taal niet. Ik gebruikte drugs en alcohol en ik sliep buiten. Maar, toen ik christelijk werd, waren al mijn problemen in een keer weg.”

“Toen ik op straat sliep, kwam er iemand naar mij toe. Die man was christen. Hij kwam elke dag en vertelde mij alles over God en de Bijbel. De eerste keer wist ik niet wie God was. Ik wilde mijn eigen wegen zoeken. Maar ik ben toch in de Bijbel gaan lezen. Daar stond alles in: dat ik niet moest drinken en geen drugs moest gebruiken en niet mocht gokken. Toen ik het verhaal van Jezus las, wist ik het zeker. Alleen Hij kan het goed maken tussen mij en God. Alleen bij Hem is leven. Ik ben gelovig geworden en gedoopt. Mijn vrienden lachten me uit. Ik ben ze allemaal kwijt geraakt. Maar in de kerk heb ik nieuwe vrienden gevonden.”

“Ik heb veel meegemaakt. Er is veel verdriet in mijn leven. Maar op het kamp zijn vrienden en daar groeit mijn geloof in God.”

In de kerk van Noori, een zendingsgemeente in Bunde vlakbij Maastricht, vinden meer vluchtelingen een warm welkom. Samen met hen ging Noori vorig jaar voor het eerst mee naar een Gave-kamp. “Ik wist helemaal niet wat het was en wat ik kon verwachten. Maar ik ben toch gegaan. Het was echt geweldig. De mensen waren zo vriendelijk. We lazen veel in de bijbel, gingen samen bidden en danken, het was echt leuk. En ook heel gezellig. Door het kamp ben ik dichter naar God gegroeid. Het is fijn om met elkaar te bidden, ik heb veel geleerd van andere mensen. En ik heb nieuwe vrienden gekregen.”

“Toen ik christen werd, ben ik veel vrienden kwijt geraakt. Ze waren boos op mij en lachten mij uit. Maar op het kamp ontmoette ik wel vriendelijke mensen. Ik heb nog steeds contact met hen.” Noori durft nog niet te denken aan de toekomst. “Ik heb nog geen verblijfsvergunning. Ik weet niet wanneer die komt, ik moet wachten. Ik kan niet werken en mag niet naar school. Maar ik ga elke week naar de kerk en naar de bijbelstudie. En ik hou van muziek luisteren. Zo kom ik de week door.”

Terug naar steun jongerenkampen >>

BLIJF OP DE HOOGTE

Mis niets van ons Gave nieuws en aanbod

Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Artboard facebook google+ instagram linkedin maps pinterest twitter vimeo youtube world