Het wachten van Yousef

Vluchteling zijn in Nederland, hoe is dat? Hoe kom je de dagen door en hoe ga je om met angst en onzekerheid? Yousef wachtte anderhalf jaar op duidelijkheid en bracht die tijd door op acht verschillende opvanglocaties. Hij vertelt hoe hij die tijd heeft ervaren.
Yousef (52) behoorde bij een kleine christelijke minderheid in Syrië. Na zijn universitaire studie scheikunde kreeg hij een goede baan bij een groot internationaal bedrijf. Zijn vrouw Mari (47) had civiele techniek gestudeerd en werkte bij de overheid. “We hadden het financieel goed en ons land was erg veilig om te wonen. Als moslims en christenen leefden we vredig naast en met elkaar. Het leven was er fijn.”
Maar dan beginnen extremistische moslims zich te roeren. Er ontstaat spanning tussen de verschillende geloofsgroepen wat ontaardt in gewapend geweld. Op zeker moment worden zelfs collega’s van Yousef vermoord, waarna zijn werkgever besluit het land te verlaten. Als er vervolgens een aanslag wordt gepleegd bij de muziekschool van zijn dochter – die op dat moment daar niet aanwezig was – begint Yousef serieus te overwegen of hij en zijn gezin het land moeten verlaten.
“Vluchten was risicovol, maar blijven ook. Het was kiezen uit twee kwaden.”
“We hoopten steeds dat de rust zou terugkeren. Maar nu beseften we dat we voor onze veiligheid niet langer konden blijven wachten.” Een moeilijke beslissing volgt: Yousef zal alleen op reis gaan en zijn vrouw en kinderen zullen, in de nabijheid en bescherming van hun familie, achterblijven in de hoop later te kunnen volgen. “Vluchten was risicovol, maar blijven ook. Het was kiezen uit twee kwaden”, schetst hij het dilemma.
Opvang in tentenkamp
Hij besluit naar Nederland te vluchten, omdat hier een paar familieleden wonen. “Het is fijn om toch wat familie om je heen te hebben. Bovendien hadden we gehoord dat gezinshereniging vrij snel zou gaan.” Maar de werkelijkheid blijkt heel anders. Op dat moment arriveren er namelijk duizenden vluchtelingen tegelijk in Nederland, waardoor de procedures vertragen.
Yousef wordt eerst opgevangen in een groot tentenkamp, zonder privacy. “Het was druk en rumoerig. Je hoorde alles, zelfs de toiletgang”, blikt hij terug. Daarna volgen zeven andere opvanglocaties. De overgang is groot voor Yousef: van een gelukkig gezinsleven, naar samenwonen met honderden vreemden; van een goed inkomen, naar leven uit de hand van genade; van een actief werkzaam leven, naar de passiviteit van wachten.
Elke dag hetzelfde
Yousef raakt gedeprimeerd. “Elke dag liep ik naar de balie om te kijken of er post was van de IND. Verder had ik niets te doen. Ik wachtte maar totdat de dag voorbij was. En de volgende dag was precies hetzelfde”, beschrijft hij deze periode. “Ik begon me op zeker moment af te vragen, waarom ik eigenlijk gevlucht was. Het was in mijn land niet gemakkelijk, maar hier ook niet.” Na verloop van tijd wilde hij ook geen contact meer met zijn familie. “Wat moest ik vertellen? Ik voelde me een loser. Bovendien kreeg ik een schuldgevoel: wat had ik mij en mijn gezin aangedaan? Je ziet gewoon geen lichtpuntje aan de horizon.”
Tijd doden
Om de tijd te doden, besluit Yousef de Nederlandse taal te leren. “Maar het lukte me niet goed om het in me op te nemen. Mijn hoofd zat vol.” Omdat hij goed Engels spreekt, biedt hij aan om te tolken en gaat bijvoorbeeld met een vluchteling mee op doktersbezoek. Ook kan hij op sommige locaties af en toe naar een gebouw buiten de opvang waar activiteiten worden aangeboden. “Dan heb je iets te doen en krijg je weer wat lucht.”
Kerkdienst
In het achtste azc krijgt Yousef bezoek van een christen die hem uitnodigt voor een kerkdienst. “Het maakte me blij, dat er mensen zijn die aan je denken en je aandacht geven.” De samenkomst blijkt echter wel anders dan hij gewend was. “Ik miste het Christusbeeld, maar ik zag wel een kruis en dacht: wat maakt het ook uit, ik kom hier om te bidden en God te ontmoeten.”
“Het maakte me blij, dat er mensen zijn die aan je denken en je aandacht geven.”
Yousef blijft betrokken bij deze gemeente, totdat hij eindelijk zijn verblijfsvergunning krijgt. Zodra hij een huis krijgt toegewezen, brengt deze kerk hem in contact met een gemeente in zijn nieuwe woonplaats. Ook hier wordt hij hartelijk en warm opgevangen. “We hebben een goed contact, ze zijn betrokken en vragen regelmatig hoe het met mij gaat. Ze vergeten mij niet.”
Inmiddels zijn ook Mari en de kinderen bij hem en ze hebben hun plek gevonden in de maatschappij. Yousef werkt bij een technisch bedrijf en Mari is overblijfmoeder op de school van één van de kinderen. Voor beiden is het een stap terug in niveau, maar ze zijn tevreden en dankbaar. “We hebben altijd gebeden: Heer, laat Uw wil geschieden. We ervaren nu rust.”
Tekst: Anna Klappe
Foto: Marit Anker
* Op verzoek is gekozen voor andere namen; de personen op de foto hebben geen enkele relatie met de geïnterviewde.