Abdul en Gea over leven met racisme

Abdul en Gea over leven met racisme

Ze zijn bijna 25 jaar getrouwd, Abdul en Gea. Hij werkt in de beveiliging, zij is docent. Ze wonen in een gezellig huis in Harderwijk, hun twee kinderen zijn de deur al uit. Heel gewoon allemaal. Maar hij heeft een donkere huidskleur en zij een lichte. Hoewel Abdul zich niet uit het veld laat slaan – ‘ik ben er sterk van geworden’ – raakt racisme hem en Gea diep. Om hen te beschermen mogen niet alle ervaringen die ze vertellen, hier worden gedeeld. Zo ingrijpend is racisme. Het kleurverschil tekent hun leven, hoe gelukkig ze samen ook zijn.

Vertel eens iets over jullie eerste ontmoeting?
Abdul: Ik woonde in Harderwijk. Een vrouw uit de kerk had me uitgenodigd om te komen kijken bij een volleybaltoernooi. Ik was supporter.
Gea: Tussen de wedstrijden door raakten we aan de praat. Ik vond hem meteen leuk, eigenlijk sloeg de vonk toen al over. Iemand uit het team had geen sokken bij zich en hij zei direct: je mag de mijne wel lenen. Dat raakte me enorm.
Abdul: We begrepen elkaar en hadden veel gemeenschappelijk. Vooral ons geloof. Gea: Ja, en ook dat we allebei drie zussen hebben. Jouw ouders hadden, net als de mijne, ook een winkel en we hebben dezelfde levenswijsheid van hen meegekregen. Daardoor voelde het gelijk heel vertrouwd.

Dat klinkt romantisch. Maar zo makkelijk was het niet in het begin, toch?
Abdul: Ik had een opleiding in landbouwtechniek gevolgd en probeerde via een uitzendbureau aan werk te komen maar werd steeds afgewezen, terwijl ik wist dat ze mensen nodig hadden. Dat heeft me echt pijn gedaan. Ik zie het maar van een positieve kant: ik ben er heel sterk van geworden. Het autobedrijf, waar ik een auto had gekocht, had gerommeld met de uitlaat. Ik ging ermee terug en prompt werd de politie gebeld dat een Afrikaan aan het storen was. De politie kwam op me af alsof ik een boef was, ik moest bewijzen dat ik een klant met een terechte klacht was.
Gea: Je moet vechten voor je leven als je een kleurtje hebt.
Abdul: Tja, onbekend maakt onbemind.
Gea: In het begin durfden sommige mensen niet eens naast je te zitten in de kerk. Door met jou te trouwen, belandde ik in een andere wereld. Een wereld met heel veel wantrouwen. Voor ons huwelijk moest Abdul z’n geboorteakte uit Sierra Leone laten komen. Met gevaar voor eigen leven heeft Abdul dat geboortebewijs weten te bemachtigen. De ambtenaar stond met dat kostbare papiertje te wapperen, want er ontbrak een stempel, alsof het vies was. Ik zal dat nooit vergeten.

“Ik moet echt overal voor vechten.”

Zo’n belangrijk moment in je leven en dan zoveel wantrouwen…Dat doet pijn, zie ik.
Gea: Ja, iemand probeerde het goed te praten en vond dat ‘gezond wantrouwen’ geoorloofd was. Ik vond dat schokkend. Wantrouwen kan niet gezond zijn. Uiteindelijk moesten we bij de politie komen. Daar bleek dat we allebei een verhoor kregen, omdat ze bang waren voor een schijnhuwelijk. Alweer wantrouwen. Het is funest voor je zelfbeeld en pijnlijk om te ervaren.
Abdul: Ik houd van God en vertrouw op Hem. Mensen kunnen je niet kapot maken, ik hoef voor hen niet bang te zijn. Dat weet ik met mijn verstand, maar het maakt me natuurlijk wel kwaad.

Waar word je nu het meest kwaad om?
Gea: Dat mensen zeggen dat het hier niet voorkomt. In Zwolle is onlangs een donkergetinte man door de politie gearresteerd en een uur na zijn arrestatie overleden. De beelden lijken veel op wat in Amerika gebeurde, maar hier werd er in eerste instantie nauwelijks aandacht aan besteed. Als blank persoon word je meestal vanuit vertrouwen benaderd, dat geeft je een ander referentiekader. Het is belangrijk dat je beseft dat je verschillende referentiekaders hebt. Niet van: ik maak het niet mee, dus het is er niet.
Abdul: We zijn er te veel aan gewend geraakt. Andersom ook: ik was in Nigeria en er kwamen Britten het hotel in. Ze hadden een grote mond en stelden zich superieur op. Maar het personeel deed of het normaal was. Donkere mensen zien blanken ook vaak als een superieur ras.
Gea: Ken je de documentaire ‘Wit is ook een kleur’ van Sunny Bergman? Kleuters krijgen een witte en een zwarte pop te zien. “Wie is de baas, wie de leider, wie is slimmer?” vraagt Sunny aan hen. Allemaal wijzen ze naar de witte pop. En bij de vraag: “wie is het stoutst?” naar de zwarte pop. Die film heeft mijn ogen geopend. Dan ontdek je dat racistische denkbeelden ongemerkt doorgegeven worden aan de volgende generatie.

Er is wel een tegenbeweging aan de gang. Geeft dat jullie vertrouwen?
Abdul: We schijnen in een tolerant land te leven, maar daar merk ik weinig van. Ik maak me zorgen om de korte lontjes van mensen. Er wordt vaak niet met je gepraat en wel negatief op je gereageerd.
Gea: Je wordt hier beoordeeld op je gedrag, je emoties. Maar als mensen heftig reageren, zijn ze geraakt in hun ziel, hun zijn. Er gebeurt iets waardoor je denkt: ben ik wel oké, mag ik hier wel zijn? Het gesprek moet daarom niet gaan over het gedrag, maar over de laag eronder. Wat maakt dat het je zo raakt?

Tekst: Jacomine Oosterhoff
Foto: Marijn Fidder
Uit: Weergave, november 2020

 

Hier vind je meer inspirerende verhalen

BLIJF OP DE HOOGTE

Mis niets van ons Gave nieuws en aanbod

Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Artboard facebook google+ instagram linkedin maps pinterest twitter vimeo youtube world