Intercultureel Missionair Werk: Benjamin

Benjamin kwam als Iraanse vluchteling in contact met een Intercultureel Missionair Werker van Gave. Dit heeft hem enorm geholpen om zijn plek te vinden in de Nederlandse maatschappij en de kerk. Deze positieve ervaring inspireert Benjamin om zelf ook andere gevluchte landgenoten in Nederland bij te staan.
“Als gevolg van verschillende traumatische ervaringen in mijn jeugd, raakte ik depressief en teleurgesteld in God. Hoewel ik alles had – een vrouw, kind, huis, eigen ict-bedrijf en een auto – voelde ik me leeg vanbinnen. Op advies van mijn vrouw ging ik naar een therapeutische conferentie in Armenië, een buurland van Iran.
In dat land ontmoette ik een christen. Hij vertelde over wat God in zijn leven had gedaan en hoe hij daardoor veranderd was. Ik vond het eerlijk gezegd maar saai; ik stond ook helemaal niet open voor religie. Maar mijn hart werd geraakt door één zin: dat God een transformator is.
Tijdens de therapie liet God mij in een beeld zien, dat Hij de bril waarmee ik naar mijn jeugd keek, van mijn ogen afnam waardoor ik mezelf kon zien zoals ik echt was. Hierdoor kreeg ik kracht en hoop dat ook mijn situatie kon veranderen.
Verandering door kerk
Op weg terug naar Iran las ik in de Bijbel die ik had gekregen. Het was allemaal nieuw voor mij; ik had nog nooit over Jezus gehoord. Ik ging online op zoek naar meer informatie over het christelijke geloof. Zo kwam ik in contact met een Iraanse kerk in Nederland. Ze stuurden mij bijbelstudies en belden me regelmatig. Na ongeveer een maand kwam ik tot de overtuiging: Jezus is God!
Hierna ervoer ik een grote verandering; de diepe pijn van mijn jeugd was weg. In mijn enthousiasme probeerde ik ook anderen in Iran te vertellen over het christelijke geloof en deelde boeken en cd’s uit. Hierdoor liep ik een groot risico om gearresteerd te worden. Veel mensen bleken echter helemaal niet in het christendom geïnteresseerd. Ik raakte teleurgesteld. Ook werd ik steeds eenzamer, omdat ik geen christelijke gelovigen om me heen had en steeds minder aansluiting vond met de moslims.
Uitzichtloze situatie
Omdat deze situatie uitzichtloos leek, besloten mijn vrouw en ik het land te verlaten. We verkochten alles wat we hadden en gaven een grote som geld aan een smokkelaar in de hoop dat hij ons zou helpen. We belandden echter in een zeer stressvolle en onzekere situatie.
Vlak voor onze vluchtpoging zei de smokkelaar ineens dat ik alleen moest gaan; mijn vrouw en zoontje konden dan een week later vertrekken. Het lukte mij de eerste keer niet Iran te verlaten. Een paar weken later vertrok ik alsnog. Maar vlak daarvoor was ons zoontje plotseling ziek geworden en werd opgenomen in het ziekenhuis. Het was erg moeilijk om in deze situatie te vertrekken. We waren ontzettend bang en ik huilde de hele dag. Daarna stapte ik noodgedwongen alleen in het vliegtuig en liet mijn vrouw en kind in Iran achter in de hoop dat ze gauw konden volgen.
“Ik had geen idee wat ik moest doen; wist niets van de asielprocedure en dat ik in een opvang terecht zou komen.”
Kerk in Nederland
Ik kwam aan in Nederland en nam gelijk contact op met die kerk die mij in Iran had geholpen. Ik had namelijk geen idee wat ik moest doen. Wist niets van de asielprocedure, dat ik in een opvang terecht zou komen. Bovendien kende ik de Nederlandse taal en cultuur niet. Ze zeiden dat ik me moest melden in Ter Apel. Dat deed ik.
De eerste week in Nederland voelde ik me heel erg slecht. Ik maakte me zorgen om mijn vrouw en zoon zo ver weg. De volgende week ging ik naar de Iraanse kerk. Hier werd ik heel hartelijk ontvangen. Ik maakte kennis met Shima, een intercultureel missionair werker bij Gave.
Ze nodigde mij uit voor een bijbelstudie in een christelijke woongroep. Vanaf het moment dat ik die plek betrad, ervoer ik een enorme warmte. Ze behandelden me alsof ze vrienden waren die me al jaren kenden. Ze waren heel lief en zorgzaam voor mij. Dit was een geweldige ervaring; sinds mijn bekering had ik nog nooit een christelijke gemeenschap om mij heen gehad.
Ik kwam hier elke week, ook al moest ik daarvoor lang reizen en veel kosten maken. Er werd veel voor mij en mijn gezin gebeden. Ook ondersteunde en bemoedigde Shima mijn vrouw in Iran. Ze belde haar regelmatig en deelde op zeker moment ook met haar het Evangelie. Hierdoor kwam mijn vrouw in Iran tot geloof.
“Ze behandelden me alsof ze vrienden waren die me al jaren kenden.”
Negatief besluit
De smokkelaar had na mijn vlucht niets meer van zich laten horen; we waren dus al ons geld kwijt. Bovendien kreeg ik een negatief besluit van de IND. Hierdoor voelde ik mij enorm schuldig naar mijn gezin en machteloos. Had ik een verkeerde keuze gemaakt of iets misdaan? Ik verloor mijn hoop.
Toen kreeg mijn vrouw een droom dat ze niet op de smokkelaar of op geld moest vertrouwen, maar op God. Dit deden we. Daarna gingen er ineens andere deuren open. Na zeven mislukte pogingen lukte het hen eindelijk om naar Nederland te komen. Dat was echt een wonder! Een week later brak corona uit en gingen alle grenzen dicht. Ze waren net op tijd.
Ongeveer negen maanden na hun aankomst hadden we opnieuw een gesprek met de IND en kregen daarna een status. Sinds anderhalf jaar hebben we een huis waar we erg blij mee zijn. Onze zoon gaat naar school en ik werk als ict-engineer bij een Nederlands bedrijf.
“Nu help ik zelf ook vluchtelingen.”
We gaan regelmatig naar de plaatselijke kerk, maar zijn lid van de Iraanse kerk. Daar ontmoeten we andere Iraniërs en kunnen een nauwere band met hen onderhouden. We delen dezelfde cultuur.
Gelukkig kunnen we altijd bij Shima terecht. Zij heeft zoveel liefde en staat altijd voor iedereen klaar, ook al heeft ze zelf soms niets. Haar geloof en vertrouwen in God is heel groot. En omdat ze zelf Iraanse is en moslim is geweest, begrijpt ze ook onze achtergrond en cultuur. Haar werk en liefde voor God inspireert mij. Nu help ik zelf ook vluchtelingen.”
Tekst: Anna Klappe | Foto: Marijn Fidder